Zodra het moeilijker wordt, is het een kwestie van weten waar ik sta (het nu), weten waar ik heen wil (de stip op de horizon), vervolgens een lijn trekken tussen deze twee denkbeeldige punten (het pad) en tenslotte de lijn in behapbare stukjes opdelen (de fases). Theoretisch waterdicht, maar in de praktijk toch vaak een teleurstelling, tenzij het is toegestaan om af te wijken van het geplande pad en/of de benoemde fases.
Ieder voor zich zal moeten vaststellen in hoeverre hij/zij zichzelf toestaat om af te wijken. De ene persoon moet zichzelf zeer strak aan het pad houden, de ander is juist gebaat bij ruime mogelijkheden van flexibiliteit. Het is zaak zichzelf te kennen of leren kennen en ervaren (experimenteer!) wat het beste past.
Wat voor mij past, is dat ik de nodige flexibiliteit in acht neem. Dat betekent dat ik niet meteen een tot achter de plinten dichtgetimmerd plan heb, maar wel heldere houvasten:
- Normaalgesproken begin ik half maart weer met buiten fietsen, met zo'n 2 uur (60 kilometer) per keer. Mijn eerste subdoel is dusdanig "uit de winter te komen" dat ik in maart begin met 3,5 uur (100 kilometer) per keer.
- Daarnaast wil ik mijn gewicht houden op wat het nu is (88kg). In de winter wil ik makkelijker "wintervet" opslaan (kilo of 4). Dat moet er dan eerst weer in het voorjaar vanaf. Dat ga ik dus nu voorkomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten