zaterdag 6 juli 2013

Dag met een gouden randje


De voorbereiding

Bijna 9 maanden trainen voor La Marmotte en dan op het laatste moment de schrik in het lijf krijgen, ik kan vertellen dat dit een heftige gewaarwording is. Mijn terugtrekken voor de rit die mij de dag met een gouden randje zou hebben moeten brengen, was volledig vanuit de overtuiging dat ik het niet moest doen. Luisteren naar het gevoel is lastig, zeker voor een wierenner, die met pijn in de benen een berg opgaat en weet dat opgeven geen optie is.

Gewoon fietsen doet doorgaans geen pijn, maar vanaf enig tempo is het een normale zaak dat pijngrenzen worden verlegd. Dat is juist wat de hobby die wielersport heet, zo leuk maakt. Het beklimmen van bergen van de buitencategorie geeft daar nog een extra dimensie aan vanwege de onlosmakelijke pijn die elke trap kost. Niet trappen is geen keuze, omvallen is het directe en onherroepelijke gevolg. Continue druk op de benen, die schreeuwen om mama, het gaandeweg de klim reiken naar de top, het is het ultieme genot dat een passionele wielrenner zichzelf aandoet.

Twee dagen voor de officiële La Marmotte, lagen we 's avonds net te bed in onze vouwwagen en kwam het in mij op om aan de week een opbeurende draai te geven. "Als ik nou eens morgen La Marmotte ga rijden, met jullie in de volgwagen", zei ik tegen mijn vrouw, wetende dat ik een vrouw van Goud heb die mij alle plezier gunt en zich daar zelf, op gezette tijden voor wegcijfert. Zij twijfelde geen moment en bevestigde dat ze dat zag zitten, met een restrictie: niet morgen, maar overmorgen. Dan konden we ons er allemaal, ook mijn zoon is onderdeel van het team, goed op voorbereiden. Uitleggen van de route aan mijn vrouw, koolhydraten stapelen bij mij, zijn maar een paar dingen die bij zo'n voorbereiding horen.

Nadat we die nacht goed geslapen hadden, stond ze 's ochtends rijstenpap te maken, onderdeel van het koolhydraten stapelen voor mij. Als diëtiste, waaronder ook sportdiëtiste, weet zij dat voeding tijdens zo'n inspanning van het allergrootste belang is om de dag tot een succes te maken. En dat begint dus al eerder dan op de dag zelf. Veel drinken hoort daar ook bij. En dus ook regelmatig, tot irritant toe, naar het toilet lopen. Het hoort erbij.

Het gereedmaken van de fiets krijgt een extra dimensie met de wetenschap dat in de afdaling van de Galibier zo'n tien slecht verlichte tunnels volgen en enig licht op de fiets zeer verstandig is. Door de organisatie van La Marmotte is het zelfs verplicht gesteld. Nu had ik ooit bij de ANWB fietslampjes gekocht die weinig wegen, op batterijen werken en makkelijk te bevestigen zijn. En mijn vrouw had dezelfde al eens meegenomen van de Aldi. Dezelfde, alleen voor de helft van de prijs, terwijl die van de ANWB ook nog met korting waren.

Degene die mij kent weet dat ik al morele bezwaren heb tegen een fietsbel op een racefiets. En iets als verlichting is echt heiligschennis in mijn ogen. Maar goed,voor de veiligheid wil ik mij dan wel even voegen. Uiteindelijk was mijn fiets helemaal geprepareerd voor de tocht.

Bij het uitleggen van de route hoort ook het afspreken van de momenten waar we elkaar zien, en proberen te voorzien wat waar nodig is aan drinken en eten. Want je moet blijven eten en drinken, dat laatste zeker met warmtes van te de 30 graden. Met militaire precisie zijn we zo de dag doorgelopen, wetende dat de dag zelf uiteindelijk bepaalt hoe het gaat lopen. 's Avonds lagen we er op tijd in, wekker op 7:00 uur want om 8:00 uur wilde ik de tocht aanvangen.



De dag zelf

Om 7:00 uur ging de wekker. Ik had goed geslapen, was wel eerder wakker dan de wekker, maar dat komt vaker voor. En dan lijkt een uur lang, maar blijkt zo voorbij met alleen maar wassen, tanden poetsen, aankleden, eten in achtertassen van trui doen en nog alles een keer langslopen. Maar het is zo voorbij. Zo zat ik toch nog net na 8 :00 uur op de fiets.

De arm- en beenwarmers waardeerde ik meteen: de zon was er wel, en begon net wat warmte te leveren, de vocht was er ook en maakte het klam en fris. Vanaf Rochetaillée is het zo'n 6 kilometer naar het begin van de klim naar de Col du Glandon, voor mij alleen bekend vanaf papier. Daarna begint de klim van 24 kilometer waarin zo'n 1200 hoogtemeters worden afgelegd.

Dat lijkt een gemiddelde van 5% maar schijn bedreigt want in de klim zitten een aantal afdalinkjes die je daarna extra omhoog moet om aan de 1200 hoogtemeters te komen. Het is een klim waarin met regelmaat stukken van 8 en 9 tot zelfs 10, 11 en 12% zitten. Dat maakt de de klim nerveus is en maakt het lastig om een ritme te vinden.

Het gevoel tijdens zo'n klim is moeilijk te beschrijven. Alleen op de wereld, nietig zijn tussen de hoge bergen die de natuur biedt, volkomen overgegeven aan de natuur, geen moment van angst, alleen maar rust, opgaan in de eigen ademhaling, ritmisch, hypotiserend.

En dan opeens in de verte een andere fietser. Mooi mikpunt! Nee! Kappen nou, Coumans. Eigen tempo! Zo kwam tijdens de klim een mooie slogan op: Een echte leider rijdt zijn eigen tempo. Kippenvel op het moment dat zoiets opkomt, uit het niets. Tranen ook en het waren niet de laatste van vandaag.

De fietser in de verte bleek een Fransman te zijn die deze col op een type postfiets pakte: niks licht frame, niks professioneel schakelen, wel tassen aan beide kanten. Gewoon genieten, geen notie van tijd. Hij vierde vakantie bij zijn zus. Gewoon lekker Frans kletsen, kost opeens geen moeite, elkaar een stuk de berg op helpen, is alles wat ons bindt. Na enige minuten weer het eigen tempo opgepakt en genieten van het über-blauwe water van het tweede stuwmeer op de route.

De zon begon nu ook haar werk te doen. Er was geen beschutting meer van bomen, maar de hoogte bracht ook wel weer wat verkoeling. Een commerciële fotografe wilde mij en mijn daad op de gevoelige plaat vastleggen, maakte vier foto's en bedankte mij voor de mooie lach. De dag erna begreep ik pas wat ze daarmee bedoelde. Ik heb mezelfnog nooit zo ontspannen gezien op een foto. En dan te bedenken dat ik toen zo'n 22 kilometer klimmen in de benen had.

En opeens honderden schapen op de weg, geen doorkomen aan. Dan maar even wachten, en geloof mij dan was op die plek helemaal geen straf. Geweldige bergpartijen met, tot bepaalde hoogte, een viltachtig groene begroeiing, bijna aaibaar. Een schril contrast met de harde realiteit van het beklimmen van de weg die door de natuur is geklieft.

Tijdens het wachten schoof een andere Fransman aan, ook wel in voor een gesprekje en met hem heb ik de laatste kilometers van de beklimming afgelegd. Ik vertelde hem van mijn plan vandaag en het afzien van de officiële La Marmotte. En of het zo moet, hij begreep mij volledig en gaf zelf aan met dezelfde reden ook niet te kiezen voor de officiële La Marmotte. Concreet verwees hij naar de afdaling van de Glandon die zeer gevaarlijk is, zeker als dat met grote hordes tegelijk gedaan wordt. Zelf koos hij ervoor de Col de la Croix de Fer te doen, een afslag net voor de top van de Glandon, en nog eens 120 hoogtemeters extra. De afdaling van die kant vond hij makkelijker.

Het laatste stukje van de Glandon zag ik Joyce en Joep boven staan. Tranen, niet te bedwingen, opperste staat van geluk. Boven even bijtanken, volledig genieten van de geneugtes van de privé volgwagen. 30 kilometer zaten erop, de eerste col van de buitencategorie ook. In 1:57 uur stond ik boven, de klim zelf in 1:45 uur bedwongen.

En dan de afdaling. Wel even slikken in het begin, maar eenmaal gaande liep het boven verwachting. Het is steil, slecht wegdek, in het begin volgen de haarspeldbochten ekaar in snel tempo op. Rustig doorgaan, veel remmen, snelheid bedwingen, en af en toe worden ingehaald door meer gedreven dalers. Tegelijk met mijn volgwagen kwam ik beneden aan, Joyce haalde me in, op weg naar de top van de Col de la Telegraphe, ons volgende ontmoetingspunt, op zo'n 85 kilometer van de route. Zij werden echter opgehouden door langzaamrijdend vrachtverkeer waar ik wel makkelijk langs kon.

Het stuk totaan de voet van de Telegraphe is buitengewoon saai, ik gok zo'n 20 kilometer lang, langs drukke wegen en industrie, en fietstechnisch best zwaar aangezien het niet alleen maar vlak is. Meerdere wielrenners die mij tijdens de afdaling van de Glandon inhaalden, pikte ik weer op, volgden even, pakten geen kop over en gingen hun eigen tempo verder. Want ik ben dan wel geen begenadigd afdaler maar op het vlakke gaat de diesel erop en is alle schroom weg.

Onderaan de Telegraphe heb ik mijn arm- en kniewarmers uitgedaan, bidons gevuld aan een pomp die met een draaizwengel water gaf, wat gegeten en ben ik aan de Col de Telegraphe begonnen, bijna 12 kilometer tegen dik 7%, regelmatig lopend, op papier, want ook deze kende ik alleen op papier. Vanaf het begin kwam ik in een heel mooie cadans en stofzuigerde een voor een wielrenners op. Ook werd ik ingehaald door een Italiaan, die ik later weer inhaalde. Samen met hem heb ik de laatste 6 kilometers van deze klim afgelegd. Lekker kletsen in het Engels. Hij was 31 jaar, kwam dus uit Italië en had vandaag een tocht van 200 kilometer voor de boeg.

Samen kwamen we op deze tussentop en daar stonden Joyce en Joep weer paraat. Tranen op de top, soms word ik gek van mezelf, maar blijkbaar had ik nog meer te lozen. De tweede klim, deze is van de eerste categorie, zat erop in een uur. Na het nemen van enige foto's en wat snelle voeding heb ik de korte afdaling naar Valloire genomen en daar hebben we met ons drietjes samen gelunched. Geen pasta, dat hadden ze niet, maar een pannenkoek in plaats daarvan, want ook dat biedt koolhydraten.

En dan ligt daar de klim van de Col du Galibier, 18 kilometer lang naar een hoogte van dik 2600 meter. Een paar dagen ervoor waren we er al met de auto geweest, ik weet nog dat er weinig berg omheen zat. Nu zag ik alleen bergen die heel hoog waren en naar een van die toppen ging de reis. Welke wist ik niet en de weg waarlangs ook niet.

In het begin loopt de klim lekker, zo'n 6-7%, daarna pakt hij door en komt het niet meer onder de 8%. Bij Plan Lachat zag ik onze auto staan, Joyce en Joep waren nergens te bekennen, keek ik tegen een zwarte muur aan waar zich een weg langs kronkelde. Er is dan slechts één remedie: blik op oneindig en gaan met die banaan, nog 8 kilometer tot de top, maar wel alleen nog steil. En dan is er de steeds ijler wordende lucht, waar voor gewaarschuwd wordt, maar ook geen ontkomen aan is.

Op 2 kilometer voor de top dacht ik er even goed aan te doen een reepje te nemen en flink te drinken. Die korte stop had ik beter niet kunnen doen, want met het afstappen schoot op alle plekken in mijn been de kramp erin. En dan is het een kunst om weer op de fiets te komen, want met elke andere beweging dan fietsen, schiet het er opnieuw in, en dat is helse pijn. Uiteindelijk lukte het toch, net op het moment dat een Nederlander langsfietste die ik even daarvoor had ingehaald.

Op dat moment riep ook Joyce van bovenop de berg, dat dacht ik althans, en wist ik dat ik bijna boven was. Maar schijn bedroog want zij stond op een kilometer van de top. Ja, soms is het echt een schatje. De laatste kilometer verdween onder de wielen en boven was er weer ontlading. In 1:37 uur was de Col de Galibier bedwongen.

Boven had ik het meteen koud en rilde ik over mijn hele lijf. ik heb de arm- en beenstukken en windjack aangedaan en de afdaling in gegaan. Ik moet toegeven, ervaring leert snel en ik begin afdalen zelfs een beetje leuk te vinden. Vanaf de top van de Galibier naar Bourg d'Oisans is zo'n 50 kilometer en is grotendeels bergaf, maar ook met stukken bergop, en het laatste stuk vlak. De weg kent zo'n 10 tunnels en het was goed dat ik bovenop de Galibier andere, lichtere glazen in mijn bril heb gezet, want daarmee voorkwam ik het enige seconden blind een tunnel in rijden. In 1:20 was ik Bourg d'Oisans.

Op de top van de Gaibier had ik ook besloten om Le Marmotton te rijden, dat is La Marmotte zonder de Alpe d'Huez. Niet omdat het er niet in zat, maar ik vond het niks meer toevoegen aan deze dag met een gouden randje.

In totaal heb ik 7:50 uur gedaan over Le Marmotton over in totaal 165 kilometer, inclusief de tijd van de afdaling van de Glandon, die geneutraliseerd is qua tijd in de officiële La Marmotte. Al met al zou ik zo'n anderhalf uur de tijd hebben gehad om goud te halen voor de beklimming van de Alpe d'Huez, alleszins een haalbare tijd. En dat wist ik al bovenop de Galibier. En ondanks die uitdaging heb ik het niet gedaan. Een echte leider rijdt zijn eigen koers.

De laatste 8 kilometer van Le Bourg d'Oisans naar Rochetaillée, mijn startpunt, heb ik met een gemiddelde van 33 kilometer per uur afgelegd. De meter gaf zelfs een stuk 38 kilometer per uur aan. Ik voelde geen vermoeidheid en kwam als herboren aan. Geen tranen deze keer, ik had genoeg opgeruimd.

2 opmerkingen:

  1. Dan zijn we samen houder van de Marmotton ik kwam 15 minuten te laat om nog naar boven te mogen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb je stukjes het laatste half jaar gevolgd omdat ik ook de Marmotte wou rijden. Ondanks de stress die de laatste week voor de race steeds groter werd heb ik wel in de meute meegereden.

    Het was een warme dag, proficiat met je inspanning!

    BeantwoordenVerwijderen